
Vanuit Bangkok was het voornamelijk over redelijk drukke wegen naar de grens van Cambodja, ik zal er maar geen woorden aan vuil maken.
Bij de grens van Cambodja was ik van te voren gewaarschuwd (op internet) dat er nogal wat oplichterij plaatsvindt en ze er corrupt kunnen zijn. Dat was ook zo. Eerst wilden ze me een visum aansmeren bij een soort reisbureautje voor 30 euro. "How are you getting into Cambodia without a visa??" Ja... daar trap ik natuurlijk niet in.. dat visum krijg ik voor 15 euro op de grens! Thailand was ik met een stempeltje zo uit en ook Cambodja binnenkomen, als je eenmaal de juiste plaats had gevonden om je visum te krijgen, ging makkelijk. Alleen.. inderdaad... ze moesten weer 2,50 euro meer rekenen om (denk ik) in hun eigen zak te stoppen. Maar van 2,50 word ik ook niet arm natuurlijk. Dus na een half uurtje in de rij te hebben gestaan was ik Cambodja binnen.
Natuurlijk was Cambodja totaal compleet anders dan Thailand. Alhoewel het er net zo vlak was is het duidelijk veel minder ontwikkeld. Het belangrijkste geld is de US dollar, blijkbaar hebben ze niet zoveel vertrouwen in de eigen Riel. Bij de bank op de grens hadden ze een belachelijk lage koers, vergeleken met het internet dan, maar toch maar 15 dollar gewisseld omdat ik toch wat geld nodig had.
Het grensplaatsje heet Poipet. En Poipet staat vol met casino's. Blijkbaar mag je in Cambodja wel gokken en in Thailand niet dus dat zet je gewoon de grootste Las Vegas casino's net over de grens neer, toch? makkelijk. Ze stonden zelfs nog voor de Cambodjaanse douane. Dus nadat ik 500 euro op rood had ingezet en had verloren ben ik maar weer verder gereden.
Ik reed over de hoofdweg naar Siem Reap. Dit zou de enige geasfalteerde weg zijn in deze omgeving. Waarom? Omdat alle tourbussen met toeristen vanuit Bangkok hieroverheen gelanceerd werden richting Siem Reap. Redelijk druk verkeer dus.
In tegenstelling tot Thailand fietsen alle Cambodjanen. In ieder geval heel veel, ik was dus is niet de enige op een fiets.
vissers


In Cambodja waren de winkeltje een heel stuk primitiever dan in Thailand. Geen keuze meer uit broodjes. De koelvitrines werden vervangen door bakken lauw water waar ooit ijs in zat. Het enige drinkbare wat ik erin kon vinden was cola en water. Verder wat snacks maar veel allemaal niet. In Sishopon kwam ik in een guesthouse terecht voor 5 dollar wat volgens mij teveel was naar de reactie van de man achter de balie te oordelen die het geld zo snel als hij kon uit mijn handen griste. Ik had dan ook geen raam in mijn kamer.. maar ja, 's nacht heb je toch je ogen dicht...
De volgende dag restte nog de 110km naar Siem Reap. Voor degene die het niet weten. Siem Reap is de thuisbasis van hordes toeristen die allemaal wat oude ruines en tempels komen bekijken. de eerste 90km waren dan nog "gewoon" Cambodja maar toen ik eenmaal het internationale vliegveld was gepasseerd... Ik viel van schrik bijna van mijn fiets af BELACHELIJK!
De grootste hotels rezen links en rechts van me op. En dan bedoel ik ook echt gigantisch groot. Voor 100 dollar per nacht ofzo. Nou keek ik hiervoor verbaasd op als ik een Cambodjaanse familie zag die in een "echt" huis woonde. De meeste woonden in een soort zelfgebouwde hutjes... waarschijnlijk met een totaalwaarde van 1 nacht in die hotels. In Siem Reap zag alles er veel moderner uit. Voor de toeristen natuurlijk. Of eigenlijk, voor de dollars van de toeristen die ze daar dan mooi kunnen uitgeven. De grootste supermarkten met alle producten uit Thailand of de USA geimporteerd. Alle soorten restaurants, van Italiaanse steenovenpizza's tot Japanse sushi. Ik heb in mijn leven nog nooit zo een groot contrast gezien. Alles was zo'n beetje anders zoals deze twee foto's.
De grootste winkel die ik tegengekomen ben in de 170km naar Siem Reap

Een supermarktje in Siem Reap

Nou ja, de tempels en ruines moest ik dan ook maar even gaan bekijken nu ik toch in de buurt was. Tot mijn schrik kostte de entree gewoon het weeksalaris van een Cambodjaan, namelijk 20 dollar. Maar gelukkig kon ik via een achterafpaadje het Checkpoint omzeilen en zo 20 dollar uitsparen. Nou inderdaad een wereldwonder hoor. Maar ja, interesseert me niet zoveel eigenlijk. Dus de volgende dag maar een beetje in Siem Reap rondgelopen. Om daarna deze gekke plaats weer te verlaten.



Ik had een geweldig plan bedacht. Er stond namelijk anderhalve weg op de kaart richting Anlong Veng (grensplaats met Thailand in het noorden). Maar tijdens mijn tijdverdrijf in het internetcafe was ik er via Google Maps achtergekomen dat die helft van die andere weg nog een vervolg had. Alhoewel Google Maps weer niet de weg liet zien die wel op mijn kaart stond had ik er toch goed vertrouwen in dat ik de weg van mijn kaart zou vinden die vervolgens zou vervolgd worden door de weg van Google Maps.
Maar helaas.... Ik nam een verkeerde afslag waardoor er van mijn routebeschrijving ook niks meer klopte dus na een paar kilometer verschillende doodlopende wegen in te zijn gereden restte er niets anders dan de geasfalteerde weg. (ook weer de enige geasfalteerde weg in de omgeving!) Gelukkig was het een hele rustige weg. ALLE kinderen zwaaiden, riepen hello, wezen naar me of stonden me gewoon met open mond aan te gapen! Wat echt heel erg leuk was, veel leuker dan zo'n wereldwondertje.





Nou is het natuurlijk ook niet gek dat ze af een toe raar staan te staren als dit langskomt.

Ik had nog ergens een nacht te kamperen voordat ik in Anlong Veng zou zijn. Nou had ik ook al op internet gelezen dat er nog landmijnen in Cambodja voorkomen en toen ik zoekend naar een kampeerplek deze bordjes overal tegenkwam werd ik er ook niet gerust op...

Maar gelukkig heb ik mijn twee armen en benen nog dus de volgende ochtend gewoon verder gefietst.

Daarna naar Anlong Veng gereden om de volgende ochtend vroeg de grens met Thailand weer te passeren. Na mijn paspoort te laten hebben gestempeld in een houten hutje was ik dan weer terug in ontwikkeld gebied.
Over Thailand heb ik, na het schitterende Cambodja, niet zoveel meer te zeggen. De 12.000km heb ik hier gehaald.

En zo ziet een been eruit dat 12.000km heeft gefietst.

Nu ben ik in Khon Kaen. Ik slaap hier samen met Non in de dormitory van de Universiteitscampus. Natuurlijk heel leuk om hier te zijn, ik blijf hier dan ook nog een paar dagen en dan richting....: Laos!

